Dutch phrases

From ShawnReevesWiki
Jump to navigationJump to search

Here are phrases we might use in The Netherlands:

  • Tot ziens. (goodbye)
  • Gelieve mag ik dat hebben? deze? (Please may I have that? this one?)
  • Ik wil niet dat. (I don't want that.)
  • Waar is het toilet? (Where is the bathroom?)
  • Ik wil graag een salade. Yoghurt. Maleisische restaurant. Indonesisch eten. Indiaas eten. Afghaanse voedsel. (I would like a salad. Yogurt. Malaysian restaurant. Indonesian food. Indian food. Afghan food.)
  • Dank u voor om dat te doen. (Thank you for doing that.)
  • Gaat het? (Are you ok?)
  • Ik zie je binnenkort. (I'll see you soon.)
  • Gelieve vertragen. (Please slow down.)
  • Gelieve Mag ik een vegetarische maaltijd. (Please may I have a vegetarian meal.)
  • Ik ben een architect. Een student. Een leraar. (I am an architect. A student. A teacher.)
  • Waar is een bank? Een wasserette? Een park? Een wisselkantoor? Waar zijn er diverse restaurants? (Where is a bank? A laundromat? A park? A currency exchange? Where are there several restaurants?)
  • Een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht, negen, tien, elf, twaalf, dertien, veertien, vijftien, zestien, zeventien, achttien, negentien, twintig, eenentwintig, dertig, veertig, vijftig, zestig, zeventig, tachtig, negentig, honderd. (Counting to 21 then by ten.)